'eParticipatie' versterkt burgerinitiatief

28 januari 2008  /  Barbera van den Berg

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Politici geven al jaren aan dat ze graag burgers en organisaties laten participeren bij het vormen van beleid. Eparticipatie leek dé oplossing. Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. De eparticipatie initiatieven sluiten niet aan bij de verwachtingen van de mondige burger van vandaag. Ligt dat aan de burger of aan de overheid?

Een tijd lang is gedacht dat ‘eParticipatie’, het inzetten van ICT, hét toverwoord was om burgers meer bij de politiek te betrekken. Door de talloze mogelijkheden van het internet kan de overheid online een petitie starten; gemeenteraadsvergaderingen online zetten; consultaties houden of een wedstrijd/onderzoek uitzetten.

Maar de werkelijkheid bleek weerbarstiger: ICT heeft als nieuw kanaal niet voor een grotere betrokkenheid van burgers gezorgd. Een uitzondering daargelaten, trekken online debatten geen andere groepen aan. Veel mensen die zich online in politieke discussies begeven, zijn dezelfde mensen die zich offline in politieke discussies mengen. Desalniettemin heeft ICT wel invloed gehad op de vorm van de participatie. De grootste kracht van ICT is dat mensen zichzelf kunnen organiseren zonder dat ze daarbij hulp nodig hebben van een organisatie of de overheid. Daarmee is het initiatief steeds meer bij de burger komen te liggen, in plaats van bij de overheid.

Vorig jaar oktober deden onderzoeksbureaus ADV Market Research en Dialogic onderzoek naar participatie van burgers via internet. De meerderheid van de ondervraagden vond dat de overheid hen onvoldoende informeert over belangrijke kwesties. Uit het onderzoek blijkt dat burgers graag willen meedenken over oplossingen maar dat de overheid onvoldoende mogelijkheden biedt. Tweederde van de ondervraagden vond internet bij uitstek het middel om opinies te verzamelen omdat dit snel en gemakkelijk is. Overigens hadden ze wel een voorkeur voor onderwerpen als wonen en leefomgeving, zorg en gezondheid, en verkeer, voertuigen en wegen. Daarbij denken ze het liefst mee bij bekende overheidsinstanties zoals de (deel)gemeenten en niet bij provincies of waterschappen.

Goed voorbeeld doet goed volgen?

Er blijkt genoeg animo bij burgers om actief mee te denken over beleid en er zijn voldoende voorbeelden, die inspiratie kunnen bieden aan bestuurders. Sterker, nieuwe initiatieven op dit gebied zijn als paddestoelen uit de grond geschoten waarvan de voorbeelden zijn te vinden op de website eParticipatie.nl. Zo zijn er games waarin spelers beslissingen kunnen nemen over budgetten in hun wijk. In het spel Caberg-Malpertuis nemen spelers beslissingen over het opknappen van het winkelcentrum, de maatschappelijke voorzieningen en de openbare ruimte. Elke beslissing heeft gevolgen voor het budget. De spelresultaten zijn door de gemeente Maastricht en twee woningcorporaties gebruikt voor de wijkvisie. Het is erg jammer dat deze visie niet op de site van Caberg-Malpertuis terug te vinden is. Deelnemers aan een internetdiscussie verwachten redelijkerwijs een terugkoppeling van de resultaten.

Een ander interessant voorbeeld waarin een initiatief buiten de overheid informatie biedt aan beleidsmakers is de Rotterdam Index. Deze index is een online beursspel en nieuwssite waarin deelnemers kunnen handelen in wijkaandelen. Het spel geeft een beeld van de verwachting van bewoners en geïnteresseerden over de wijkontwikkeling. De aandelen zijn een ‘bewijs van vertrouwen’ in een bepaalde wijk. Inmiddels wordt gewerkt aan de Prachtwijkenindex.

De bovenstaande voorbeelden zijn erg inspirerend, maar bij de verschillende toepassingen is het vervolgproces niet goed vormgegeven, waarmee het instrument eParticipatie zijn kracht verliest. Het is een typerende illustratie van waar het vaak met eParticipatie misgaat. EParticipatie moet worden ingezet wanneer overheden daadwerkelijk met de resultaten aan de slag gaan, het moet geen doel op zich zijn.

Stappen voor de overheid

Om eParticipatie goed te kunnen inzetten moet de houding binnen overheidsinstanties dan ook drastisch veranderen. Cultuuromslagen zijn echter niet binnen een maand te realiseren. EParticipatietrajecten moeten daarom worden ingezet bij onderwerpen en thema’s waarbij de overheid bereid is om echt naar de burger te luisteren en met de uitkomst ook daadwerkelijk wat te doen. Daarvoor zijn volgens sommige mensen ‘ongehoorzame bestuurders en ambtenaren’ nodig die de burger voorop stellen en niet het systeem. Ik denk dat het betrekken van de burger bij besluitvorming een duidelijker onderdeel moeten worden in projectplannen en functiebeschrijvingen bij de overheid.

Er zijn ook aanpassingen nodig om burgerinitiatieven echt tot hun recht te brengen. Gemeenten willen meer burgerinitiatieven zien. Zo wil de gemeente Utrecht het leefbaarheidsbudget beter onder de aandacht brengen. Maar zijn de overheden zelf wel klaar voor deze nieuwe vorm van burgerparticipatie? De Burgerlijke Raad voor het Regeringsbeleid (BRR) stuurde in mei 2007 een burgerinitiatief voor een senioreneethuis naar 432 gemeenten en 18 deelgemeenten. Bijna de helft (49 procent) van de onderzochte gemeenten reageerde niet inhoudelijk. Eenderde van de gemeenten reageerde zelfs helemaal niet.

Ik zou willen voorstellen om gelijk in de trant waarin mensen een kip, koe of appelboom adopteren, ambtenaren een burgerinitiatief adopteren. De initiatiefnemer blijft verantwoordelijk, de ambtenaar is er vooral om hem door de bureaucratie heen te helpen. Op deze manier krijgt de initiatiefnemer hulp bij de papieren rompslomp die bij zo’n plan komt kijken. Aan de andere kant krijgt de ambtenaar inzicht in de werking van de (gemeentelijke) organisatie, en wie weet leidt dat wel tot de slagvaardige overheid waar het kabinet naar op zoek is. Voor gemeenten bestaat adoptie van een plan nog niet, maar voor de ministeries wel: casusadoptie. Een ambtenaar ‘adopteert’ problemen van burgers en ondernemers en wordt daarmee sponsor. Tijd om dit ook bij gemeenten in te voeren.

Gebruikte literatuur:
Jaarboek ICT en samenleving 2004, SCP.
Karin van Doorn, Edwin Schippers (red.) Burgers, overheid & digitale debatten. Handvatten uit de praktijk (2003) XPIN en de adviesgroep Public Sector van KPMG.
dr. Igno Pröpper, drs. Bart Litjens, drs. Ester Weststeijn (2006) Wanneer Werkt Participatie? Partners+Pröpper

digitaliseringparticipatiesamenlevingWebsite

Barbera van den Berg Adviseur en onderzoeker

Over de auteur

Barbera van den Berg werkt als onderzoeker en adviseur bij Dialogic Innovatie & Interactie en heeft een sterke interesse voor de digitale overheid en interactieve beleidsvorming.



Ook interessant:

Springplank voor een betere stad

Anne Seghers

Verdichting vraagt om verrijkende participatie

Karin de Nijs, Marie Morel, Sandra Bos en Stan Majoor

Stel de energieopgave centraal in omgevingsbeleid

Jeroen Niemans