Het Nirov organiseerde op 29 november voor de derde maal de Dag van de Ruimte. Dit jaar was het thema “De Slimme Stad”. Het thema sprak de vakwereld blijkbaar aan, want de bijeenkomst in Felix Meritis was nagenoeg ‘uitverkocht’. Gastheer en Nirov-directeur Fred Schoorl nam de aanwezigen mee in een zoektocht naar slimme strategieën voor de ontwikkeling van de stad.
Alhoewel de bijeenkomst uiteindelijk wel een top tien kenmerken van een slimme stad heeft opgeleverd, kwam een antwoord op wat een stad tot een slimme stad maakt tijdens de bijeenkomst niet eenduidig naar voren. Wel werden de aanwezigen getrakteerd op sprekers uit verschillende steden die allen een andere aanpak voor het voetlicht brachten.
Burgemeester van Groningen Jacques Wallage maakte zonder twijfel de meeste indruk met zijn verhaal over de ontwikkelingsstrategie en aanpak van Groningen. Dat bleek ook uit het feit dat Groningen aan het einde van de dag door het publiek tot slimste stad werd verkozen, terwijl na stemming aan het begin van de dag Rotterdam nog als beste uit de bus kwam.
Het was ook Wallage die als een van de weinige sprekers stelling nam en inhoudelijk prikkelde. De Groningse visie op de ruimtelijke ordening was daarnaast voor iedereen goed te volgen. “Als overheid zetten wij de lijnen uit en dagen we vervolgens de markt uit om de ambities met ons te verwezenlijken”. Wallage was als enige bestuurder op het toneel zeer kritisch over het gebrek aan visie in Den Haag en noemde de recentelijke ideeen voor een nieuwe eiland voor de kust daar een symbolisch voorbeeld van. En over de Zuiderzeelijn: “Maakt u zich over het Noorden geen zorgen, wij redden ons wel.” En: “Amsterdam heeft zonder de Zuiderzeelijn slechts een hogesnelheidskopstation aan doodlopend spoor.”
Ook prikkelend, maar minder helder en soms zelfs nauwelijks te volgen was het antwoord uit Amsterdam. Het dromerige verhaal ‘Bestemming AMS‘ van Zef Hemel (adjunct-directeur Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam) was inhoudelijk gewaagd maar miste uiteindelijk diepgang en uitwerking. Zijn visie op hoe Amsterdam “een aantrekkelijk bestemming kan worden” was gebaseerd op twee pijlers, namelijk ‘Schiphol’ en de aanwezigheid van ‘’s werelds grootste internetknooppunt’ (“hoewel die eigenlijk in Diemen ligt”). Ondanks deze veelbelovende de aftrap, bleek Hemel’s verhaal uiteindelijk toch weinig inspirerend en mager onderbouwd.
Hemel bewees maar weer eens dat het ongrijpbare medium internet weliswaar kansen biedt voor een stad (economie, beeldvorming, infrastructuur), maar ook minstens even zoveel valkuilen wanneer de werking ervan niet wordt begrepen. In zijn presentatie worstelde Hemel met het fenomeen en vergat hij uiteindelijk de pijler te analyseren en ruimtelijk uit te werken. Dat kwam hem na afloop meteen op kritische vragen uit de zaal te staan. Zijn antwoord legde wederom de zwakke analyse bloot. Want verder dan de constatering dat investering in het glasvezelnetwerk zware websites als ‘Fabchannel’ (concert site van poppodium Paradiso) goed bereikbaar heeft gemaakt voor de rest van de wereld kwam Hemel niet. Een verhaal over een eigen Sillicon Valley had echter beter in zijn verhaal en bij de Amsterdamse ambities gepast.
Buitengewoon vreemd was overigens het feit dat Hemel zei niet te geloven in concurrentie tussen en de vergelijkbaarheid van steden en regio’s (hij bleek overigens de enige met deze opvatting) terwijl hij Amsterdam wel in de “top 5” van Europa wilde positioneren. En dat nog wel door unieke kwaliteiten uit andere steden te kopieren. Zou Hemel werkelijk werk willen maken van een Central Park in Amsterdam? Het was ongetwijfeld het thuisvoordeel dat ervoor zorgde dat Amsterdam aan het eind van de dag uiteindelijk maar een plek zakte (van de 2e naar de 3e) in de slimste stad competitie.
De wijze woorden van architect Rients Dijkstra van Maxwan Architecten, momenteel druk met de selectie voor het prestigieuze Olympic Legacy Masterplan London 2012, legden uiteindelijk de zwakke plek van de huidige discussie binnen de ruimtelijke ordening bloot. “Als het gaat om het maken van ruimtelijke visies lijkt men het vaak met elkaar eens omdat er grote woorden worden gebruikt. Die woorden zijn zoveel omvattend daar niemand het echt lijkt te snappen of het daar mee oneens kan zijn.” Ook UvA hoogleraar Dany Jacobs verbaast zich over de vrijblijvendheid van de vakwereld. “Laten we eens beginnen te begrijpen wat we om ons heen zien, wat de bestaande opgaven nou werkelijk zijn. Stop met dromen, kom achter je bureau vandaan en kijk eerst eens wat er in de stad gebeurt.”