Oude ziekenhuizen, kloosters, rechtbanken of scholen: je vindt ze in elke stad. De laatste jaren zijn veel van dit soort panden gerenoveerd en geschikt gemaakt voor bewoning. Met wisselend resultaat, zo blijkt als we de voormalige Rijks Hogere Burger School in Groningen vergelijken met de voormalige Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen in Rotterdam. Welke lessen kunnen we trekken uit de renovatie van beide scholen? Wat moeten we wel, en wat moeten we vooral niet doen?
In het hart van de Groningse Hortusbuurt staat de voormalige Rijks Hogere Burger School (HBS). Deze Groningse HBS werd in 1864 opgericht, en was daarmee de eerste Rijks Hogere Burger School van Nederland. In de ruim honderd jaar dat de school heeft bestaan, bracht hij tenminste twee beroemdheden voort. Pieter Roelf Bos (1847-1902), de maker van de Bosatlas, doceerde aan de school. De latere Nobelprijswinnaar Heike Kamerlingh Onnes (1853-1926) had er les.
Het schoolgebouw valt op in de Hortusbuurt: het monumentale pand is hoog in vergelijking met de rest van de bebouwing. Het ruime schoolplein, met zijn volwassen lindebomen en sierlijk smeedijzeren hek, straalt rust uit. Inclusief voorplein beslaat het pand de oppervlakte van een half voetbalveld. De oude HBS ligt aan de Grote Kruisstraat, tegenover de Faculteit der Gedrag- en Maatschappijwetenschappen van de Rijksuniversiteit. Het straatbeeld van de typische laat-19e eeuwse wijk wordt dan ook gedomineerd door fietsers en studenten; een gezellige drukte.
Het L-vormige monumentale gebouw is gebouwd in 1869 in een ingetogen neoklassieke stijl, naar een ontwerp van rijksarchitect Raamaker. De school telt twee verdiepingen en is voorzien van een fors, licht hellend schilddak. Afgezien van de natuurstenen pilasters en borstwering is de school opgetrokken uit de voor Groningen zo kenmerkende rode baksteen. De uitbundige houten sierlijsten maken de oude HBS een lust voor het oog.
In 2002 werd de verbouwing van de Groningse HBS afgerond. Het schoolgebouw bevat nu twaalf luxe stadsappartementen. De appartementen hebben een gezamenlijke opgang. Via de oude schoolgangen komen de bewoners in hun eigen ‘lokaal’. De bewoners zijn nauw betrokken geweest bij de renovatie; de indeling van de appartementen is aangepast aan de hand van hun ideeën. De oude klaslokalen boden een keur aan mogelijkheden; zo zijn er nu heuse loft appartementen, hoge vides en split level woonruimtes te vinden. De stadswoningen sluiten zo perfect aan bij de wensen en de gezinssamenstelling van de bewoners.
Het oude schoolplein is omgetoverd tot een semi-publieke binnentuin. De machtige lindebomen maken het er zomers prettig toeven voor de bewoners, die geen privé buitenruimte hebben. Maar ook andere buurtbewoners weten het plein te vinden: hun kroost kan er vrijuit spelen. Jammer genoeg doet het plein tevens dienst als parkeerplaats; dat doet toch afbreuk aan het geheel.
Statig. Dat is de eerste indruk bij het zien van de voormalige Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen in het Rotterdamse Oude Westen. Het schoolpand aan de Henegouwerlaan werd in juni 1914 door de Minister van Binnenlandse Zaken officieel geopend. Het bevatte een voor die tijd moderne kraamkliniek, waar menig Rotterdammer het levenslicht zag. Later deed het schoolgebouw dienst als kantongerecht. Medio jaren negentig kocht de Rotterdamse corporatie De Nieuwe Unie het pand, met als doel het te transformeren tot een appartementencomplex.
De Rijkskweekschool werd tussen 1910 en 1913 gebouwd, naar een ontwerp van de rijksbouwkundige voor onderwijsgebouwen: Johannes Vrijman. Het gebouw heeft een symmetrische plattegrond in de vorm van een ‘u’. In het midden van de ‘u’ ligt een fraai aangelegde binnentuin, voorzien van een bescheiden vijver. Ook symmetrisch. De ingetogen oud-Hollandse stijl is kenmerkend voor de overheidsgebouwen uit die tijd. De school is iets groter dan de Groningse HBS: inclusief binnentuin meet het complex zo’n 70 bij 40 meter. De zijvleugels reiken tot aan de straatkant. Een groot hek schermt de binnentuin af van de openbare weg.
De voormalige Rijkskweekschool ligt aan de Henegouwerlaan, een lommerrijke maar drukke weg in het Oude Westen. De wijk het Oude Westen is ongeveer even oud als de Hortusbuurt in Groningen, maar ademt een andere sfeer. De wijk kampte lange tijd met een slechte reputatie: eind jaren negentig was er sprake van veel criminaliteit, drugsgebruik en overlast. Sinds de eeuwwisseling zit de wijk duidelijk in de lift. Aan de drukke Henegouwerlaan lijkt de Rijkskweekschool echter haast niet op zijn plek. Het statige gebouw lijkt eerder in een rustiek parklandschap thuis te horen.
Eind jaren negentig kocht woningcorporatie De Nieuwe Unie het voormalige schoolgebouw. De school werd grondig gerenoveerd, met volledig herstel van de originele details aan de buitenkant. Binnen bleef de plattegrond niet gehandhaafd, maar tekende Jan des Bouvrie voor het ontwerp van 35 woningen. De luxe appartementen variëren in grootte van 70 tot 200 vierkante meter. Het nieuwe appartementencomplex werd getooid met een nieuwe naam: De Magistraat.
De binnentuin van De Magistraat is door middel van een groot stalen hekwerk hermetisch afgesloten van de buitenwereld. Door zijn afmetingen doet het hek enigszins afbreuk aan de architectonische kwaliteit van het oude schoolgebouw. Het hek is bovendien voorzien van plexiglas, dat het geluid van de Henegouwerlaan buiten moet houden. In de gedeelde, grotendeels met grind belegde, tuin staan wat pergola’s en wat tuinmeubilair. De grasperkjes en heggetjes zijn keurig gesnoeid en vol van kleur: bij nadere inspectie blijkt het om nepbeplanting te gaan. Onder de ‘tuin’ is een parkeergarage aangelegd, vanaf de Henegouwerlaan te bereiken via een indrukkwekkende poort.
De renovatie van de Rijkskweekschool paste goed in de grootscheepse hersteloperatie die het college van B&W in 2002 voor een aantal Rotterdamse aandachtswijken had opgesteld. Het Oude Westen was een van die aandachtswijken. Investeren in een oud schoolpand leek voorwaar geen slechte keuze van de corporatie. De werkelijkheid blijkt helaas weerbarstiger. Deze zomer kopte het Algemeen Dagblad dat er een verzorgingstehuis verschijnt in de oude kraamkliniek. Navraag leert dat De Nieuwe Unie de luxe stadsappartementen niet heeft kunnen verkopen, en zich genoodzaakt ziet een andere bestemming voor De Magistraat te verzinnen.
Op het eerste gezicht tonen de renovaties van de Rijks Hogere Burger School in Groningen en de Rotterdams Rijkskweekschool voor vroedvrouwen behoorlijke overeenkomsten. Beide scholen zijn aan de buitenkant in originele staat teruggebracht. De renovaties betekenen een verbetering van de fysieke leefomgeving. Toch zijn er essentiële verschillen.
Het eerste belangrijke verschil zit in de totstandkoming van de transformatie van beide oude scholen. De Groningse HBS werd verbouwd mede in opdracht van de nieuwe bewoners. Zij hebben de indeling van hun appartementen bepaald en hebben bewust gekozen voor een aantal gezamenlijke voorzieningen. Deze gemeenschapszin heeft geleid tot een grote mate van binding met het pand en met elkaar, aldus enkele bewoners. Het voorplein, de tuin, en de gemeenschappelijke ruimtes worden gezamenlijk onderhouden.
Van een gemeenschappelijke aanpak is bij De Magistraat geen sprake. Corporatie De Nieuwe Unie kocht het pand, liet het verbouwen en strikte de vermaarde Des Bouvrie voor de inrichting. De renovatie past in de filosofie om de wat meer welgestelde Rotterdammers voor de stad te behouden. Waarom die kopers wegbleven, blijft voorlopig gissen.
Niet alleen de realisatie van de woningen is anders verlopen, ook de plek en functie die De Magistraat in de buurt inneemt, verschilt sterk van de Groningse HBS. De hekken verraden dit verschil eigenlijk al. Waar het voorplein in Groningen wordt afgesloten met een sierlijk gietijzeren hek – dat bovendien gewoon open staat – is het voorplein van De Magistraat afgeschermd met een hek dat bij de extra beveiligde rechtbank in Osdorp niet zou misstaan. En het is precies dit hek, dat aanzienlijke gevolgen heeft voor de kwaliteit van de nieuwe stedelijke ruimte.
In het geval van de Groningse Rijks HBS lijkt bewust te zijn gekozen voor een geleidelijke, onduidelijke overgang van openbaar naar privé. De oude school trekt het openbare leven van de buurt als het ware de binnentuin in, waar een nieuw soort publieke ruimte is ontstaan.. Zoals de school dat vroeger was, zo is het gebouw ook nu onlosmakelijk verbonden met de Hortusbuurt. Daarmee is de renovatie van de school een belangrijke impuls voor de buurt.
Het hekwerk van De Magistraat brengt een heel andere boodschap. Het markeert waar de openbaar ruimte eindigt, en het privé-domein begint. Op een weinig elegante manier wordt de voorbijganger te verstaan gegeven dat hij er niets te zoeken heeft. De bewoners weten zich afgeschermd van ongewenste indringers als lawaai en vervuiling, maar vooral van de rest van het Oude Westen. Voor hen roept het hek wellicht een gevoel van veiligheid op. Voor een toevallige passant als vooral verbazing. De Magistraat en zijn binnentuin zien eruit als een veilig, afgeschermd eiland. Een eiland waar het prettig wonen is, maar dat los staat van de rest van het Oude Westen. Het hekwerk versterkt de negatieve beeldvorming over de wijk. Klaarblijkelijk is het er niet pluis en onguur, anders was zo’n hek immers overbodig. En dat is – op zijn zachtst gezegd – een gemiste kans. Een positief signaal, zoals in Groningen, zou een grote stap voorwaarts kunnen betekenen. De werkelijkheid is helaas anders. Wat er gebeurt met het hek nu De Magistraat wordt omgevormd tot verzorghuis, is de vraag.
Het is goed dat publiek erfgoed wordt opgeknapt, en nieuwe functies krijgt. Maar we moeten ons wel goed realiseren hoe we dat doen, en wat we wel en niet willen. Oude, publieke gebouwen zijn een onlosmakelijk deel van het publieke domein, en dat moeten ze, althans voor een deel, ook blijven. Natuurlijk is er bij dit soort verbouwingen spanning tussen publiek en privé. Maar het zijn juist de spannende mengvormen, zoals die in Groningen, die zorgen dat publiek erfgoed op nieuwe manieren beschikbaar blijft voor iedere inwoner van de stad.
—
Bronnen:
– Persoonlijke communicatie met bewoners van de Rijks Hogere Burgerschool, juni 2007
– Scholte, E., M. van Lieburg en R. Aalbersberg (1982) Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen te Rotterdam 1882-1982, Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Leidschendam
– Groenendijk, P. en P. Vollaard (2007) Architectuurgids Rotterdam – Architectural Guide to Rotterdam, 010 Publishers, Rotterdam